Opinie: Je moet wel stekeblind zijn om niet te zien wat er in Gaza gebeurt

11 01 2024, Waar Nederland zegt de feiten niet te kennen om te beoordelen of het oorlogsrecht in Gaza wordt geschonden, was dat in het geval van Oekraïne wel anders. De desastreuze houding van ons land ten aanzien van Gaza maakt een lachertje van ons buitenlandbeleid, stelt directeur Vickie Hawkins van Artsen zonder Grenzen.

Op donderdag 11 januari begint de hoorzitting in de rechtszaak van Zuid-Afrika tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag op beschuldiging van genocide. Nederland zit niet formeel, maar wel moreel in het beklaagdenbankje door de Israëlische militaire campagne in Gaza te blijven steunen.

Als Artsen zonder Grenzen zijn we heel wat gewend in oorlogssituaties, maar zelfs na 25 jaar werkzaamheid bij de organisatie heb ik zelden gruwelijkheden gezien zoals nu in Gaza. De bombardementen en beschietingen zijn voortdurend en alomtegenwoordig. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er in geen enkele oorlog verhoudingsgewijs meer burgerslachtoffers gevallen.

Voor zover mijn collega's hun werk nog kunnen doen, gebeurt dat in de meest onbeschrijflijke situaties. Onze artsen moesten een ledemaat van een kind amputeren zonder verdoving en zonder adequate hygiënemaatregelen. En zelfs dat soort ingrepen kunnen we steeds minder uitvoeren. De hoeveelheid humanitaire goederen die Gaza wordt binnengelaten is slechts een fractie van wat er nodig is. Een duizelingwekkend aantal van ten minste 300 gezondheidswerkers is gedood.

Sluipschutters schoten op onze medewerkers terwijl ze in ziekenhuizen aan het werk zijn. Duidelijk geïdentificeerde AzG-wagens werden onder vuur genomen in wat een doelbewuste aanval leek. Alles wijst op de verantwoordelijkheid van het Israëlische leger. Sinds het begin van de oorlog zijn vier van mijn collega's gedood. Nog deze week, nadat we Israël hadden geïnformeerd over de locatie van onze schuilplaats, werden we daar getroffen door een granaat.

Druppel op gloeiende plaat

Daarom roepen wij hartstochtelijk op tot een onmiddellijk en langdurig staakt-het-vuren. Nederland doet dat nog steeds niet en zet in op humanitaire hulp. Maar zelfs als de nieuwe VN-coördinator voor humanitaire hulp en wederopbouw in Gaza, Sigrid Kaag, erin slaagt betere toegang tot Gaza te krijgen voor humanitaire konvooien, dan zal dat een druppel zijn op de gloeiende plaat. Want hoe verplaats je voorraden zonder het leven van humanitaire hulpverleners in gevaar te brengen? Hoe gebruiken medici deze voorraden als ze worden bestookt in hun ziekenhuizen?

Kaag kan alleen succesvol zijn als er een dergelijk staakt-het-vuren komt. Toch weigert Nederland zich ervoor uit te spreken. Tweemaal onthield ons land zich als een van de weinigen van stemming in de Algemene Vergadering van de VN. Het verweer van de regering in de rechtszaak over de Nederlandse levering aan Israël van onderdelen voor de F-35 straaljager, stelde dat de regering de feiten niet kent en daarom niet kan beoordelen of er sprake is van schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Israël.

Je moet wel stekeblind zijn om niet te zien wat er gebeurt. Wij zijn in ieder geval rechtstreeks getuige. Israël voert willekeurige bombardementen uit op burgers die militair doel zijn geworden. Er wordt gemikt op medische faciliteiten en medisch personeel en andere vormen van civiele infrastructuur. Het is uiteindelijk aan de rechter om uit te maken of de Zuid-Afrikaanse aanklacht hout snijdt. We weten echter allemaal dat het humanitair recht bestaat om precies dit soort afschuwelijke situaties te voorkomen.

Hoeder humanitair oorlogsrecht

Nederland beweert hoeder te zijn van het humanitaire oorlogsrecht en noemt Den Haag de juridische hoofdstad van de wereld. Dit recht stelt dat in alle conflictsituaties de burgers gespaard moeten blijven, humanitaire hulp niet mag worden belemmerd en het afsnijden van bijvoorbeeld voedselhulp, niet mag. Sinds 2016 veroordeelt Resolutie 2286 van de VN-Veiligheidsraad aanvallen en bedreigingen tegen gewonden en zieken, medisch personeel en humanitair personeel dat uitsluitend medische taken uitvoert, hun vervoermiddelen en apparatuur, alsmede ziekenhuizen en andere medische voorzieningen.

Waar Nederland nu zegt de feiten niet te kennen om te beoordelen of dit oorlogsrecht in Gaza wordt geschonden, was dat in het geval van Oekraïne wel anders. Minister Liesje Schreinemacher sprak nog geen maand na de inval van Rusland in Oekraïne haar ongenoegen uit over de Russische schendingen van het humanitair oorlogsrecht, inclusief de belemmering van humanitaire toegang. Waarom kende Nederland de feiten toen wel zo snel? Of wordt hier met twee maten gemeten?

De desastreuze houding van ons land ten aanzien van Gaza maakt een lachertje van ons buitenlandbeleid en ondermijnt bovendien de naleving van onze grondwet. In artikel 90 staat immers dat de regering het internationaal recht moet bevorderen. Is Nederland nog geloofwaardig als hoeder van het humanitair oorlogsrecht of eerder een medeplichtige toeschouwer in de verloedering ervan?

Vickie Hawkins

Algemeen directeur

Artsen zonder Grenzen 

Contactgegevens

Gerelateerde thema's

Ontvang het laatste Artsen zonder Grenzen nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL